1:35:00
Ik voelde me als een gijzelaar.
1:35:03
Kun je begrijpen hoe
wanhopig ik was?
1:35:20
Ik zette je af bij haar
huis op een middag
1:35:24
om naar het strand te gaan
met wat vrienden.
1:35:28
En van het een kwam het ander.
1:35:33
Ze woonden in Ensenada.
1:35:37
Het was prachtig.
1:35:39
Onvoorstelbaar.
1:35:41
's Middags een dutje doen...
1:35:44
de hele dag vrijen als ik zou willen
en niet voortdurend denken:
1:35:48
'Wat is Astrid aan het doen? Waar is ze?
Mammie, mammie...'
1:35:52
niet bij me weg te slaan.
1:35:55
Uiteindelijk wilde ik je alleen
maar tegen de muur gooien.
1:36:05
Hoe lang was je weg?
1:36:10
Ongeveer een jaar.
1:36:13
Misschien een paar maandjes meer of minder.
1:36:17
Mijn God.
- Je stelt niet de juiste vraag.
1:36:21
Vraag me niet waarom ik ben vertrokken,
maar waarom ik ben teruggekomen.
1:36:26
Je had gesteriliseerd moeten worden.
1:36:28
Ik had je daar kunnen laten,
maar dat heb ik niet gedaan.
1:36:31
Begrijp je? Voor het eerst in mijn
leven heb ik het juiste gedaan.
1:36:36
Toen ik terugkwam, herkende je me.
1:36:39
Je zat bij de deur, keek omhoog
en strekte je armen naar me uit.
1:36:45
Alsof je al die tijd op me gewacht had.
1:36:48
Ik heb altijd op je gewacht.
Dat was de houvast in mijn leven.
1:36:52
Op jou wachten.
Zal ze terugkomen?
1:36:55
Vergeet je dat je me hebt vastgebonden voor
een winkel en in de bus hebt achtergelaten?