Absolon
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:24:05
Ik ga naar huis,
het was een lange nacht.

:24:10
Rust maar lekker uit.
Morgen zie je alles scherper.

:24:52
Wakker worden. U hebt 8 uur
en 15 minuten slaap gebruikt.

:25:20
Kan ik je even spreken?
:25:25
Wat kom je doen?
- Met jou praten.

:25:30
Je ziet er niet zo goed uit.
- Ik heb alleen wat hoofdpijn.

:25:36
Dat is zo over.

vorige.
volgende.