Absolon
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:01:02
Neem de achterdeur.
Ik kom achter je aan.

1:01:12
Ze zijn op de tweede verdieping.
1:01:22
Ik heb die vrouw te pakken.
- Het werd tijd.

1:01:30
Je hebt leuke speeltjes.
1:02:27
We sporen ze wel weer op.
1:02:35
Hij heeft de zender gevonden.
1:02:49
Ze is nog erg zwak.
Haar long is doorboord...

1:02:52
dus praten gaat erg moeilijk.
U krijgt twee minuten.


vorige.
volgende.