:47:05
Het moet een parasiet zijn.
:47:07
Een virus?
-Eerder protozo·I·sch.
:47:10
Het tastte weefsel aan van binnen uit.
Geen enkele protozoon kan dat.
:47:15
Niet op aarde.
-lk krijg geen contact door de storm.
:47:19
We zijn er geweest, he?
-We zijn allemaal besmet.
:47:23
Misschien hadden Nyla en de anderen
lichamelijk contact met de parasiet.
:47:28
lk heb niemand iets zien aanraken
behalve die bezemsteel.
:47:33
Dan is hij besmet.
-Misschien zijn wij resistent.
:47:37
Dat kan toch?
-Genetische flexibiliteit.
:47:40
Wat is dat?
:47:41
Soms vertraagt een ziekte
zijn infectiesnelheid...
:47:45
...om zelf te kunnen overleven.
:47:48
Dus als wij dood zijn, sterft hij ook?
:47:50
Precies.
:47:52
Dat is fantastisch.
:47:55
Hoe lang werkt de noodstroom?
:47:57
Vierentwintig uur.
Langer als we delen afsluiten.
:48:01
Wat gebruikt de meeste energie?
-De labs.
:48:04
Nee, we leggen het experiment niet stil.
:48:07
Dat doe ik ook liever niet.
:48:09
Laten we beginnen met
de woonverblijven en de werkplaats.
:48:15
Het is weg.
:48:17
Het ding is weg.
:48:37
Dus het leeft.
:48:39
En waar is het?
-Het moet hier nog ergens zijn.
:48:42
Wat doen we?
-Het vinden.
:48:44
lk ga dat ding niet zoeken.
De infectie kan contactueel zijn.
:48:49
Dan leg jij met Kate de generatoren stil.
:48:52
Moeten we geen wapen hebben?
:48:54
Zijn er vuurwapens?
-De vliegers hebben elk een pistool.
:48:58
Hoort bij onze nooduitrusting.