Arven
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:51:02
Het is niet waar, Christoffer.
:51:04
Hij deed het wel.
- Je maakt de hele familie kapot.

:51:08
Wat hij deed is onvergefelijk.
Je bent loyaal aan je familie.

:51:13
Je moet hem zijn baan terug geven.
- Dat is idioot. Dat kan ik niet doen.

:51:18
Dan wil ik je nooit meer zien.
- Houd op, Benedikte. Wat kan ik doen?

:51:27
Prima. Vertel moeder dat ik
haar ook nooit meer wil zien.

:51:32
Houd op, Benedikte. Verdomme.
:51:35
Benedikte, ga niet weg.
:51:44
Waarom heb je me niets verteld?
:51:48
Wat is er aan de hand?
Ik begrijp er niets van.

:51:53
Praat met me. Zeg iets.
- Waar wil je over praten?

:51:59
Ik wil praten over
wat er in jouw leven gebeurt.

:52:03
Ik wil je helpen.
- Prima, bemoei je er dan niet mee.

:52:06
Ik meen het. Bemoei je er niet mee.
Het heeft niets met ons te maken.

:52:08
Je zus is vertrokken
en zegt nooit meer terug te komen.

:52:13
Ik herbouw het bedrijf. Ik heb ruimte
nodig. Respecteer dat, alsjeblieft.

:52:17
Ik respecteer je.
Ik geef je alle ruimte.

:52:21
Ik zeg niet eens iets
over dat je nooit thuis bent.

:52:25
Ik ga naar je moeders saaie diners
en luister naar hun roddels.

:52:29
Wat ik kan doen is niet genoeg.
- Je doet dit alleen voor mij?

:52:33
Ja.
- Ga dan terug naar Stockholm.

:52:36
Ik kan zo naar Stockholm gaan.
Er wacht daar een leven op me.

:52:41
Leef jij je verdomde leven dan maar hier.
:52:44
We hebben niets meer gemeen.
:52:51
Ik herken je niet meer.
Kijk niet zo naar me.


vorige.
volgende.