Arven
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:05:00
Ik was dronken
en hij bracht me thuis.

:05:03
Ik miste jou.
:05:11
Je moet me vergeven.
Kan je me ooit vergeven?

:05:24
Je mag niet weggaan.
:05:26
Je mag niet weg, Christoffer.
:05:29
Je mag niet weg, verdomme.
:05:31
Niet weggaan.
:06:47
Ik zal nooit meer weggaan.
:06:52
Mijn werk doet me niets,
als wij maar samen zijn.


vorige.
volgende.