:52:37
Jim.
:52:39
Kom op.
:52:41
Schatje, mama heeft werk te doen.
:52:43
Kom schat. Hierheen.
:52:44
Het is al goed, liefje.
:52:45
Schat, ik tel tot vijf.
:52:50
Ik lees je twee hoofdstukken.
:52:51
Nee. Drie.
:52:53
Oké, drie.
:52:55
Jij bent alleen maar gemeen.
:52:58
Papa.
:53:03
Van mama mag ik drie hoofdstukken.
:53:06
Drie hoofdstukken?
:53:07
Mooi.
:53:08
Wil jij hem vandaag voorlezen?
:53:09
Ik heb nog werk.
:53:10
Is goed.
:53:11
Jim, kom op, je bed in.
:53:14
Papa komt er zo aan.
:53:18
Wat leest hij dan?
:53:20
Het ligt op z'n nachtkastje.
:53:25
Over morgen...
:53:26
Ik ben de hele dag op kantoor.
:53:28
Ik moet gewoon
blijven zoeken naar werk.
:53:30
Ik dacht dat je vanaf huis
telefoontjes zou maken.
:53:32
Nou, ik kan beter naar binnen gaan.
:53:33
De helft van de stad is aan het kijken.
:53:34
Ik kan niet meedoen
tenzij ik daar ben.
:53:36
Kan je vader niet iemand bellen?
:53:38
Hij heeft al alles gedaan
wat hij kan.
:53:41
Pap verloor alles
in de beurscrash,
:53:42
zoals iedereen.
:53:43
Dat weet ik.
:53:45
Ik weet het, het spijt me.
:53:46
Het spijt me.
:53:47
Dus...
:53:49
ik denk dat ik naar binnen moet gaan.
:53:51
Henry, ik regelde mijn afspraken...
:53:53
in het bijzonder omdat je zei
dat je de school wedstrijd zou doen.
:53:55
Nou, kunnen we het niemand vragen?
:53:57
Er moeten mensen zijn
op deze school...
:53:59
Jij belt.