:13:04
Ga uw gang. Na u, mevrouw.
:13:06
Oké.
:13:10
Waar had je dit adres vandaan?
- Jij hebt deze uitgezocht.
:13:13
We moeten dit aan iemand melden.
:13:18
Dit lijkt ergens op.
:13:20
Ik wist dat er minstens één
fatsoenlijk moest zijn.
:13:23
Deze lijkt oké.
:13:28
Dit is de politie.
:13:29
We hebben jullie omsingeld.
:13:37
Oké, Charlie. Geef me de sleutels.
:13:40
Ik weet niet waar ze zijn.
:13:42
Waag 't eens.
:13:45
Waarom pak jij de minivan niet?
- Nee. Dat hebben we gisteravond besproken.
:13:48
Jij blijft thuis bij Ben.
Ik ga met de Mercedes.
:13:52
Dan moet ik zeker de hele dag in
die achterlijke minivan rondrijden.
:13:57
Is het dak ingeklapt?
:13:59
Weet je wat, Kim?
:14:02
Doe voorzichtig. Kijk uit waar je hem neerzet.
:14:04
Wees voorzichtig bij het in- en uitstappen.
Maak geen deuken in de deur.
:14:08
Kom hier.
:14:09
Let op bij het tanken.
Als je dat goedkope spul tankt...
:14:13
gaat de motor sputteren,
en dat wil ik niet.
:14:16
Zorg jij ervoor dat je geen melk in de auto
achterlaat met de ramen dicht.
:14:19
Altijd de veiligheidsgordel om.
:14:20
Niet in de zon parkeren,
anders worden de stoelen te heet.
:14:23
En alleen sap in uit 'n anti-lek beker.
:14:25
Dag, schatje.
:14:27
Bel even, om te zeggen
hoe laat je terug bent.
:14:32
We wachten op je, wij tweetjes.
:14:34
Dag, mama.
:14:38
Niet te snel.
:14:40
Tot straks.
:14:44
Wanneer komt mama terug?
:14:46
Tegen etenstijd.
:14:50
Is dat snel?
:14:53
Nee, maar maak je geen zorgen.
We gaan lol maken.
:14:57
Daarvoor hebben we mama nodig.