Demonlover
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:09:10
Geef je pistool. - Het is niet geladen.
1:09:12
Maakt niks uit. Geef op.
1:09:19
Nu kunnen we praten.
1:09:22
Ik heb geen tijd.
1:09:24
Ik moet naar huis. De oppas wacht.
1:09:26
Ik breng je naar huis. Zeg maar hoe ik rijd.
1:09:28
Volg de weg naar St-Ouen.
1:09:30
Die boodschap met de lege doos, was jij dat ?
1:09:32
Wat denk je ? - Ik denk 't, ja.
1:09:36
Dacht je dat 't Hervé was ?
1:09:40
Weet je het zeker ? - Ja.
1:09:44
Wanneer had je door dat 't niet Hervé was ?
1:09:50
Voor of nadat je met hem naar bed ging ?
1:09:53
Ik ging niet met 'm naar bed.
1:09:55
De mensen roddelen. - Wie, Hervé ?
1:10:01
Wat ?
1:10:03
Niks. Let op de weg !
1:10:06
Ik ben bang in auto's. Vooral als het regent.
1:10:13
Karen is niet achterlijk.
1:10:16
Ze weet dat jij haar van Volf afsneed.
1:10:19
Waarom zou ik dat doen ?
1:10:21
Om haar plaats in te nemen. Wat je ook deed.
1:10:26
Wat wil ze ?
1:10:28
Je voorlopig alleen bang maken.
1:10:32
En daarna ?
1:10:33
Niks. Je bent bang, dat volstaat.
1:10:37
Waarvoor ?
1:10:41
Om te doen wat ze zegt. - Hoezo ?
1:10:45
Ik breng alleen de boodschap over.
1:10:48
Waarom moet ik bang zijn ?
1:10:51
Ben je bang ?
1:10:53
Ik weet het niet.
1:10:55
Ze zei dat je je van de domme zou houden.
1:10:59
Ik stap hier uit. - Moet je niet naar huis ?

vorige.
volgende.