Elephant
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:35:53
Dag, Eli.
-Hoe gaat het, John?

:35:55
Hoe is het?
-Goed, en jij?

:35:57
Goed. Wat doe je?
-Foto's nemen.

:35:59
Mag ik je fotograferen?
:36:04
Klaar? Eén, twee, drie.
:36:07
Super.
-Ik zie je nog.

:36:09
Ga jij naar het concert?
-Neen, mijn ouwelui zijn niet te doen.

:36:12
Dat baalt... kan gebeuren...

vorige.
volgende.