:18:00
Het kind en ik verdienen
een behoorlijk feest.
:18:07
Je hebt grote ogen.
:18:10
Hoe noemen ze je?
:18:14
Griet.
- Griet?
:18:17
Griet.
:18:22
Je Heer is een goede schilder,
Griet.
:18:26
De beste in Delft.
:18:28
Hij heeft mij geschilderd.
:18:30
Misschien wordt dat mijn grafschrift.
:18:41
Kijk eens naar die jurk.
:18:43
Je kan het satijn bijna voelen.
:18:45
En de schittering van de wijn
door het glas.
:18:51
Kan je jezelf daar al inzien, Griet?
:18:57
Ze vond het geweldig, weet je?
:18:59
Kant en satijn stevig tegen de
mollige borsten geperst.
:19:04
De zijde stevig om haar dijen.
:19:08
De mannen kijkend.
:19:11
Mensenlief, wat was ze gelukkig.
:19:14
Ze dacht dat ze iemand was.
:19:16
Helemaal als een dame gekleed.
:19:20
Zo onervaren als wat.
:19:24
Ze had daar pas een paar
maanden gewerkt...
:19:26
voordat meester Van Ruijven
haar bracht om geschilderd te worden.
:19:29
Trok haar die mooie rode jurk aan.
:19:35
Schonk wijn voor haar in alsof
hij een gans bedwong.
:19:38
Die kleren konden niet lang aanblijven.
:19:39
Zij droeg zijn buitenechtelijk kind
voor het schilderij droog was.
:19:48
Hij denk dat we niet weten hoe we een
geboorte moeten vieren, nietwaar?