:49:03
Daar.
Ben je tevreden, Tanneke?
:49:05
Ja, mevrouw.
:50:34
Ik heb het.
ik win weer.
:50:35
Nee, we staan gelijk.
:50:37
Ik sta voor.
- Nee dat sta je niet.
:50:44
Het is niet nodig om morgen naar
de vismarkt te gaan.
:50:46
Mevrouw wil eieren.
:50:53
Nee.
:50:55
Ze kan de geur niet uitstaan
wanneer ze met het kind is.