:43:07
	Het zal prima gaan.
:43:20
	- Hoe heet je?
- Mateo.
:43:22
	- En jij?
- Ariel. Hallo.
:43:25
	- Ik heet Christy.
- Hallo, Christy.
:43:27
	- Is dat onze flat?
- Ja.
:43:33
	Het lijkt wel een spookhuis.
:43:37
	Het is een spookhuis. Maar het is niet eng.
:43:41
	- Het is een magisch huis.
- Frankie geloofde in magie.
:43:46
	- Wie is dat?
- Frankie. Ons broertje. Hij is dood.
:43:51
	Hij viel van de trap toen hij twee was.
:43:55
	We dachten dat hij in orde was.
:43:57
	Maar er zat iets in zijn hersenen.
:44:01
	Een hersentumor.
:44:03
	Drie jaar lang werd hij steeds groter.
:44:06
	Hij was kwaadaardig.
:44:14
	Huil je?
:44:21
	Ja?
:44:26
	Het is in orde. Hij is nu in de hemel.
:44:30
	Is dat jouw hand?
:44:35
	- Ja.
- Is dat bloed?
:44:44
	Spaghettisaus.
:44:47
	Kom hier.
:44:51
	Ik geef je maar iets
of je schiet me neer, hè?
:44:53
	- Ja.
- Oké, laten we iets gaan zoeken.
:44:59
	Eens even kijken.
Wat ligt er in de koelkast?