In the Cut
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:28:01
Ik heb iets voor jou.
:28:04
Het is een verlaat verjaardagscadeau.
:28:06
Ik kreeg het toen ik aan het werk was
met die reclame, dat was afgeblazen.

:28:21
Oh, God, dat is mooi.
:28:25
Wat is het?
Het is een huwelijkse fantasie.

:28:29
Kijk, er is een trouwbel
en een klein huis.

:28:32
Open de kinderwagen.
:28:36
Oh, God.
:28:39
Oh, nee, moet ik dit
gaan voeden?

:28:42
Je moet een baby krijgen.
:28:46
Dit is dichtst bij een baby wat ik bereik.
:28:48
En een man. Je zou ook een man
moeten hebben.

:28:56
Iemand vroeg me uit.
:28:59
Goed.
:29:01
Wie?
:29:03
Een politie detective.
:29:05
Hij onderzoekt een moord.
Weet je, diegene die in stukken is gesneden?

:29:09
Oh, mijn God. Ja.
:29:10
Delen van haar lichaam
zijn gevonden in mijn tuin.

:29:12
Jakkes.
:29:14
En ziet deze detective er goed uit?
:29:19
He lijkt jong.
Hij heeft een snor.

:29:24
Dat hebben ze allemaal.
:29:27
Je zei toch geen nee, Frannie?
:29:29
Frannie?
:29:33
Je moet gaan. Alleen al voor de oefening,
je moet gaan.

:29:40
Wil je wat nette kleren lenen?
:29:42
Kunnen we kijken?
Ik denk van wel.

:29:44
Kun je met me mee?
Kom op.


vorige.
volgende.