In the Cut
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:31:01
Herken je dit?
Het zat om haar vinger.

:31:05
Nee. Is dat het?
Is dat zijn handtekening?

:31:11
Ja, dat is zijn handtekening.
:31:16
Ik wil weten wat er gebeurd is.
Ik wil weten of het snel is gegaan.

:31:22
Waarom denk je dat als je alles weet,
het iets uitmaakt, Frannie?

:31:26
Dat dacht ik altijd al.
Dan dacht je verkeerd.

:31:28
Weten is ook niet alles.
'niet weten' ook niet.

:31:50
De dader moet haar hebben gekend.
:31:56
Hij heeft haar gewurgd...
:31:59
Tot ze bewusteloos was,
waarschijnlijk in de slaapkamer...

:32:02
en sleepte haar dan naar de badkamer
en sneed haar keel door.

:32:06
Hij sneed er alles uit, onder andere de tong.
:32:12
Hij hield ze vast aan haar haar
en sneed er rond om.

:32:17
De dader houdt van bloed.
:32:22
Toen kwam hij tot haarwervels...
:32:26
en een groter mes nodig had
om te snijden, en hij had er ook één.

:32:30
Hij liet haar doorbloeden
in de wasbak voordat hij ging...

:32:34
zodat er niets overbleef,
wat ons kan helpen.

:32:38
Het maakt me bang dat deze
gast weet van het doorbloeden.

:32:44
Ik ga terug naar het appartement.
:32:46
Er is iets dat ik mis,
Maar ik weet niet wat.

:32:49
Soms helpt het om daar te zitten.
Hoe kom je binnen?

:32:53
Ik heb een sleutel.
:32:55
Heb je een sleutel?
Ja.

:32:59
Heb je haar sleutel?

vorige.
volgende.