1:20:00
Hmm.
1:20:05
Ik geloof dat je het druk hebt, hè?
1:20:20
Hallo?
Hallo? Bob, ik ben het.
1:20:23
Hallo?
Ik ben het, Lydia, je vrouw.
1:20:26
Oh, ik ben...
Ik kon je niet verstaan.
1:20:29
Wil je Zoe spreken?
Ja.
1:20:32
Zoe, zeg eens dag
tegen je vader.
1:20:34
Nee!
Ze is zonet naar de andere kamer gerend.
1:20:36
Het is goed. Het is goed.
1:20:39
Oké, eh, haar balletvoorstelling
is Zondag. Niet vergeten.
1:20:42
Ik was het niet vergeten.
1:20:44
Goed, veilige reis.
Ik zie je binnenkort.
1:20:47
Mama!
Oké.
1:20:49
Oké. Dag.
1:20:52
Dag.
1:21:04
Nu ja, ze is meer van jouw leeftijd.
1:21:08
Jullie kunnen het hebben
over dingen die je gemeen hebt,
1:21:10
zoals, eh,
1:21:12
opgroeien in de jaren vijftig.
1:21:14
Misschien hield ze van de films
die je maakte in de jaren zeventig,
1:21:17
toen je nog films maakte.
1:21:20
Kon je niemand anders vinden
om aandacht aan je te verspillen?
1:21:31
Ik ga over op bier.
Oké?
1:21:34
Biru?
1:21:39
Ik zie geen verschil.
1:21:46
We nemen twee van deze, oké?