Luther
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:28:00
Waarom sta je daar? Maak dat vuur uit!
Rennen! Emmers! Scheppen!

1:28:03
Maarten, als 'n ledemaat verrot is, hak
je 't af. Dat weet je net zo goed als ik.

1:28:07
Weg daar!
- Dit is voor jou! Laat het branden!

1:28:11
Ga weg uit Wittenburg
voor ik je er uit sla!

1:28:13
Mij er uit slaan?
Ik verdedigde je. Ik steunde je.

1:28:18
Ik ga voort zoals jij het had gewild.
1:28:20
Denk je dat dit mijn werk is?
Dit is nooit mijn werk!

1:28:25
Nee, het is het werk van de mensen!
1:28:27
Het werk van de mensen!
1:28:31
Het werk van de mensen...
1:28:36
...het werk van de mensen...
1:28:46
Spalatin?
1:28:52
Ben je daar?
1:28:57
Hoe is 't met hem?
1:28:59
Luther is gedeprimeerd,
mijn Heer. Verward.

1:29:03
Hij vindt dat de boeren zijn woorden
hebben verdraaid.

1:29:06
Maar sluit hij zich bij ze aan?
1:29:09
Luther wijst geweld af.
1:29:12
Maar heeft hij sympathie
voor hun grieven?

1:29:15
Wie zou er tegen zijn dat mensen
zich bevrijden van belastingen...

1:29:19
...of van 't vagevuur nadat ze altijd
slaaf zijn geweest.

1:29:23
Als Luther één vinger zou opsteken...
1:29:26
...zou iedere boer in Duitsland
achter hem gaan staan.

1:29:30
Misschien.
1:29:34
Luther is een theoloog, mijn Heer.
1:29:36
Hij vecht, maar met zijn tong of zijn pen.
Hij zal het zwaard niet trekken.

1:29:51
Ik heb uiteindelijk de wereld verscheurd.
1:29:55
Ik dwong de Prinsen tot actie en hoe
hebben ze mijn oproep beantwoord.


vorige.
volgende.