Peter Pan
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:33:00
en ze leefden nog lang en gelukkig.
-Dat is een hele opluchting.

:33:04
En nog beter nieuws.
:33:06
Ik heb het meisje bij me
dat vertelde over Assepoester.

:33:09
Ze gaat ons verhalen vertellen!
Ze is...

:33:13
Dood.
:33:17
Tragisch.
-Vreselijk.

:33:19
Maar wel goed gemikt.
:33:23
Van wie is die pijl?
:33:34
Van mij, Peter.
:33:40
Steek me maar dood, Peter.
:33:50
De Wendy leeft!
:34:03
Dat is mijn kus.
Mijn kus heeft haar gered.

:34:07
Ik herinner me kussen.
Laat eens zien.

:34:12
Ja, dat is een kus.
:34:15
Een krachtig iets.
:34:17
We dragen haar naar het huis.
:34:19
Handen.
:34:24
Ze zijn vies.
-Ze moet hier blijven en sterven.

:34:27
Nee!
-Hoe kom ik er ook bij?

:34:30
Dom van me, sorry.
:34:34
We bouwen een huis om haar heen.
:34:36
Ja!
-Geniaal!

:34:37
Met een schoorsteen. En deurklopper!
-Perfect!

:34:40
En ramen.
-Ramen!

:34:42
Om naar buiten te kijken!
:34:43
Hoor je dat?
-Hij is geniaal!

:34:48
Het was de schuld van Tink.
:34:57
Tinkelbel?
:34:58
Tinkelbel?

vorige.
volgende.