:51:03
Ga je gang. Neem maar op.
-Waar ben je mee bezig?
:51:06
Hij komt naar buiten.
-Neem maar op.
:51:14
Smerige lafaard.
:51:17
Je hebt je woedeaanval gehad
en dingen gezegd...
:51:21
die ik best
door de vingers wil zien.
:51:24
Laat haar instappen.
Ze moet de auto in.
:51:27
Wie is de schutter dan?
:51:33
Wat heeft dat bellen te betekenen?
:51:36
Beginnen we weer?
-Je loog.
:51:37
Je kent de pijn pas
als je zelf bent bedrogen.
:51:41
Er zit hier een sluipschutter.
lk wil iemand in dat gebouw hebben.
:51:46
Ga alle ramen af
tot je de dader vindt.
:51:50
Je moet het snel en onopvallend doen.
:51:56
Waar is de brigadier?
:51:58
Je zou ons laten gaan.
-Rustig maar.
:52:02
Het lukt niet in één keer.
:52:04
Je deed het beter dan de anderen,
maar ik ben nog niet klaar.
:52:09
lk wel. Niks houdt me tegen.
-Behalve je angst?
:52:12
lk ren weg. Je kunt
maar één keer schieten.
:52:16
Ik ben wel toe aan wat oefening.
-Door te schieten verraad je jezelf.
:52:21
Hang maar op.
:52:23
Leg je lot maar in handen
van die politiemannen.
:52:26
Dat misverstand met dat lijk
kun je vast wel uitleggen.
:52:30
Er is geen bewijs.
-Je had een motief.
:52:33
Geen wapen.
-Veel getuigen.
:52:35
Zonder wapen ga ik vrijuit.
-Ben je daar zeker van?
:52:40
Je doodt iemand en
vergeet waar je wapen ligt?
:52:43
Til de plastic plafondplaat
op en voel eens.
:52:48
Kiekeboe.
:52:55
Wat zit er naast de tl-lamp?
Kijk maar eens.
:52:59
Als ik dat doe, schieten ze.
-Daar zul je achter moeten komen.