Respiro
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:40:01
Voorzichtig nou.
- Ga weg jij.

:40:04
Wij doen 't wel.
- Laat hem spelen.

:40:07
Ik help 'm even.
:40:12
Allemaal weg.
Straks mag je 'm zien.

:40:16
Ik roep jullie zo wel.
:40:26
Geef mij de rails.
- De bochten. Wacht nou.

:40:51
Mooi. Laat zien.
:41:09
Wat mooi.
:41:11
Van mij.
- Ook van mij.

:41:14
Waarom niet van mij?
- Daarom niet.

:41:22
De trein rijdt.
:41:26
Is het carnaval?
:41:34
Moet je dat zien.
:41:36
Ga je wassen.
:41:38
Wil jij ook lippenstift?
Dat zal je goed staan.

:41:42
Blijf van m'n zoon af
en ga je wassen.

:41:50
Kom op, jongens.
Aan 't werk allemaal.

:41:57
Wat doen we hier mee?

vorige.
volgende.