Spider
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:29:02
En weet je wat er nog was?
- Wat?

:29:06
Als je wist waar je moest kijken...
:29:10
vond je de cocons met de eitjes.
:29:14
Perfecte, kleine dingen.
:29:17
Kleine zijden zakjes
waarin ze haar eitjes legde.

:29:22
Wat deed ze
als ze haar eitjes gelegd had?

:29:26
Dit stuk hoor je graag, hè?
:29:29
Ze kroop gewoon weg.
Zonder een keer om te kijken.

:29:33
En dan ging ze dood.
- Haar werk zat erop.

:29:38
Ze had geen zijde meer.
:29:42
Ze was opgedroogd en leeg.
:29:45
Opgedroogd.
:29:53
Ben je klaar?
:29:56
Helemaal klaar.
:30:06
En jij...
:30:07
Jij moet het huis bewaken. Oké?
:30:40
Ik hou van je.
:30:50
Dat is lief, Billy.
Kom, we gaan wat drinken.


vorige.
volgende.