:36:08
Geen tijd, ik moet gaan werken.
- Eén klein knuffeltje.
:36:12
Dat wil ik ook wel, maar ik heb haast.
:36:16
En dat mens is er.
- Heb je haar gezien?
:36:19
Ze is in de tuin.
Is het een buitenlandse?
:36:22
Ja, een Engelse.
:36:24
Ze ziet er goed uit.
- Versier haar dan.
:36:28
Het was maar een grapje.
:36:43
Moet ik je echt niet wegbrengen?
- Nee, het is vlakbij.
:36:47
Bedankt, het was gezellig.
:36:50
Bel je nog eens?
- Doe ik.
:37:16
Smaakt het?
:37:28
Komt u uit de streek?
- Ja, uit Lacoste. Kent u dat?
:37:34
Daar staat het kasteel
van markies de Sade.
:37:39
Daar heb ik van gehoord.
:37:42
Maar het is toch erg vervallen?
:37:45
Ja, het is erg vervallen.
:37:48
Maar het mooie
is het uitzicht over de hele Lubéron.
:37:52
Echt schitterend.
:37:56
Eet u rustig verder.