Swimming Pool
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:21:03
Ik ben bekaf.
1:21:06
Verbaast me niks.
Iemand vermoorden is vermoeiend.

1:21:18
Wat?
- Dank je wel.

1:21:40
Dat is dat.
1:21:42
Ik ga nu slapen.
- Je vergeet iets te verbranden.

1:21:46
Wat dan?
1:21:48
Je boek. Dat kan als bewijs
gebruikt worden.

1:21:55
Heb je het gelezen?
1:21:59
Maar ik kan me van alles voorstellen.
- Niet doen.

1:22:04
Naar bed, morgen is een drukke dag.
1:22:29
We moeten ons gedragen
alsof er niks gebeurd is.

1:22:33
Bel Marcel en vraag
of hij vanmiddag komt werken.

1:22:36
Het gras maaien?
- Bijvoorbeeld.

1:22:39
Het is belangrijk dat alles normaal lijkt,
net als eerst.

1:22:43
Heeft iemand jou met Franck gezien
voor jullie hierheen kwamen?

1:22:48
Zeker weten?
- Ja, ik was eerst bij hem.

1:22:51
Hij woont afgelegen, net buiten Lacoste.
We zijn in mijn auto hierheen gereden.

1:22:57
Heeft iemand jullie onderweg gezien?
- Volgens mij niet.


vorige.
volgende.