:34:03
Sta op.
:34:05
Mijn heer, er zal een tijd komen
om te rouwen voor Boromir.
:34:10
Nu is het daar echter
het moment niet voor.
:34:12
Er staat een oorlog
op het punt uit te breken.
:34:14
De Vijand staat voor de deur.
:34:18
Als Stadhouder bent u verantwoordelijk
voor de verdediging van de stad.
:34:21
Waar zijn de legers van Gondor?
:34:23
U hebt nog altijd vrienden.
:34:26
U staat niet alleen in dit gevecht.
:34:28
Stuur een boodschap naar Théoden van Rohan.
:34:31
Steek de Bakens aan.
:34:34
U denkt dat u wijs bent, Mithrandir.
:34:38
Maar ondanks al uw kennis,
bezit u geen wijsdom.
:34:43
Denkt u dat de ogen
van de Witte Toren blind zijn?
:34:47
Ik heb meer gezien dan u denkt.
:34:50
Met uw linkerhand zou u me
als schild tegen Mordor gebruiken.
:34:53
En met uw rechter,
me te verdringen.
:34:56
Ik weet wie er met
Théoden van Rohan meerijdt.
:34:59
Oh, ja!
:35:01
Ik heb gehoord over Aragorn,
zoon van Arathorn.
:35:06
En ik zeg het meteen. Ik zal niet
knielen voor deze Doler uit het Noorden.
:35:11
De laatste van een havenloos huis,
bestolen van zijn heerschappij.
:35:15
U hebt het recht niet de terugkeer
van de koning te ontkennen, Stadhouder.
:35:21
Ik bepaal wat er in Gondor gebeurt,
:35:23
en niemand anders.
:35:29
Kom hier.
:35:43
Dit is alleen een titel,
zonder verantwoordelijkheden.
:35:48
Ze verwachten toch niet
dat ik ga vechten?
:35:53
Je staat nu in dienst van de Stadhouder.
:35:56
Je zult moeten doen wat
je gezegd word.
:35:59
Peregrin Took, wacht van de Citadel.