Thirteen
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:10:01
Ik moet je zonder omwegen vertellen
dat ik je niet mee kan nemen dit weekend.

1:10:06
Ik wist dat je me niet
mee zou nemen.

1:10:10
Tracy...
1:10:12
kijk, schat...
1:10:15
Je moet me niet zo op mijn vingers kijken.
1:10:18
Ik probeer er helemaal voor
te gaan bij deze nieuwe baan.

1:10:20
Ik probeer meer geld te regelen
voor jou en je moeder. Dat is alles dat...

1:10:23
Ik zal dit ding even uitzetten.
1:10:35
Wat is er?
1:10:38
Wat is er aan de hand?
1:10:40
Kan ik wat doen, Tracy?
1:10:44
Je moet wel tegen me praten.
1:10:48
Pap, weet je überhaupt nog wat
we voor het laatst samen deden?

1:10:51
Pap, geef verdomme gewoon antwoord.
1:10:55
Dit kan een noodgeval zijn.
1:10:57
Ik moet even opnemen, oké?
1:11:00
Nee, ik kan niet. Ik zit
op dit moment bij een cliënt.

1:11:04
Chris, ik bel je op het vliegveld, oké?
1:11:07
Prima.
1:11:09
Leuk je gesproken te hebben.
1:11:12
Ik ga nergens naar toe, oké schat?
1:11:15
Dat werk kan barsten, oké?
1:11:17
Ik bel hem terug en zeg dat ik
niet naar Houston ga.

1:11:21
Ga nou maar, pap.
1:11:24
Echt, je hebt deze baan nodig.
1:11:28
Ja, schat, ik heb deze baan wel nodig.
1:11:35
Mooie wagen.
1:11:38
Ach, die hoort bij het werk.
1:11:41
Over twee weken gaan we surfen, hè?
San Diego? Oké.

1:11:46
Ze heeft hulp nodig, pap.
1:11:52
Wat is het probleem?
1:11:54
Kan iemand me alsjeblieft vertellen
wat het probleem is?

1:11:59
In het kort.

vorige.
volgende.