:38:01
	Er is altijd iemand. Je raakt eraan gewend.
:38:03
	Nee, Ronnie, je raakt gewend aan koud water, niet aan kogels.
:38:07
	Jij zou hetzelfde doen. Als je die kinderen op straat zag zou je hetzelfde doen.
:38:11
	Niet als er mensen op me schoten.
- Ma, kijk!
:38:15
	Cathal, dat is geweldig! Wie heeft je dat gegeven?
- Jij en pap.
:38:24
	Ik luister. Wie het gedaan heeft was er zeker van dat ik niet in de kamer was.
:38:29
	Zou jij dit kunnen? Jij bent er beter in.
:38:32
	Er is niets om je zorgen over te maken.
- Niets om je zorgen over te maken?
:38:35
	Ik ben de enige Guerin in het telefoonboek. Wie denk je dat ze zoeken hierna?
:38:40
	Vlei jezelf niet, broertje.
:38:43
	Ga je erop dansen of vasten?
:38:46
	Hier geef iemand anders een beurt.
- Geef mij een beurt!
:39:26
	Kom je naar bed?
:39:30
	Wat?
- Ik weet dat je me hoort. Kom je?
:39:32
	Ik kom zo.
:39:36
	Goed. Wat je wilt.
:39:43
	Zet het zachter. Zachter!
:39:48
	Kom op. Ik vind het te gek. Ik houd van mijn werk.
:39:52
	Ik doe eindelijk iets dat er iets toe doet.
:39:56
	Wat moet ik doen met jou?