:35:01
Je zong dat liedje altijd voor mama.
:35:07
Breng me naar bed.
:35:25
Ze ziet er leuk uit.
- Rood...
:35:28
rood, rood...
- Ziet er leuk uit, niet?
:35:30
Inderdaad.
- Mijn God.
:35:32
Kijk.
- Je ziet eruit als een engel.
:35:35
Mooi, niet?
:35:37
Zolang ik een maand lang niets eet
gaat het wel goed.
:35:41
Je zei toch dat je
maatje zes droeg.
:35:43
Ze had maatje zes.
Twaalf jaar geleden.
:35:46
Dat is niet grappig.
- Het spijt me.
:35:51
Doe niet zo.
Je weet dat je er schitterend uit ziet.
:35:54
Echt, je bent prachtig.
:36:12
Die troela is 1.20 lang.
En haar man heeft...
:36:16
een pik van 25 centimeter.
:36:19
Jij iets?
:36:21
Weet je het zeker?
- Nee, dank je.
:36:26
Wil je hier wat van?
:36:29
Nee, dat doe ik niet.
:36:32
Wat doe jij dan wel?
:36:35
Weet je het zeker?
:36:38
Ik ga weg.
- Waar ga je heen?
:36:43
Weg.
- Maar...
:36:45
Wacht.
Wat is er?
:36:53
Ik zie je morgen wel, goed?