:39:09
Hoe komen we weg?
- Mijn god, al die mensen.
:39:16
Kijk voor sleutels.
:39:30
Zakken.
:40:11
Ze hebben de motor laten lopen.
We pakken de auto.
:40:14
Hoe wou je dat doen?
:40:16
Iemand moet ze afleiden.
Zodat wij naar de auto kunnen.
:40:24
Het is een militaire afleiding.
- Wie gaat?
:40:27
Ik.
:40:32
Hier!
:40:51
Luister, haal de auto.
Ik hou van je.