Alfie
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:40:04
Hoe moet je uitrusten
met al dat getjilp ?

:40:15
Wat is er ?
:40:19
M'n voeten voelen zo zwaar.
:40:23
Ik zweet als een otter.
:40:24
Rustig maar,
het zijn maar wat vlekjes.

:40:28
Vlekjes ?
:40:31
Op m'n longen ?
:40:34
Ik teer hier weg.
:40:36
Dat was het dan.
Helpt U me dan toch, Heer.

:40:51
Goeiemiddag, Mr. Elkins.
:40:56
Als je weet dat je niet doodgaat,
ben je heel snel weer de oude.

:41:09
Ik dacht dat geld gelukkig maakte.
Als je rijk bent...

:41:13
heb je lekkere wijven,
mooie pakken, een auto...

:41:17
maar je gezondheid gaat boven alles.
:41:21
Dag, Harry. Is ze er nog niet ?
:41:24
Ze is ervandoor met de melkboer.
:41:28
Zie je die kerel liggen ?
Hij heet Harry Clamacraft.

:41:33
Hij is 35, getrouwd,
en heeft drie kinderen.

:41:37
Hij wacht op z'n vrouw Lily.
:41:41
Hij denkt aan niets anders
sinds zondag en zij komt te laat.

:41:45
Hij gaat zo doen alsof hij leest, dan
lijkt het of het hem worst zal wezen.

:41:53
Wat heb ik je gezegd ?
:41:55
Denk maar niet dat hij leest. Hij
wacht tot hij haar aan hoort komen.


vorige.
volgende.