:26:10
Misschien is dat Sean.
:26:15
Ik geloof hem.
- Dat weet ik.
:26:18
Ik zal hem nooit opgeven.
:26:21
Probeer me niet te dwingen.
Je verdoet je tijd. Vergeet het maar.
:26:25
Wat ga je doen?
:26:31
Ik weet het niet.
:26:34
Het beste wat je kunt doen is...
:26:36
...naar huis gaan en hem een
afscheidsbrief schrijven.
:26:39
En dan morgen na het werk
Joseph opzoeken.
:26:42
Niet bellen.
Gewoon voor zijn neus verschijnen.
:26:44
Zeg hem dat het je spijt, dat
je een fout hebt gemaakt.
:26:46
Dat kan ik niet.
:26:48
Zodra Laura wakker wordt, bel ik je.
:26:50
Ik kan het niet.
:26:53
Zullen we het strandhuis openen?
:26:55
Dat kun je trouwen op de plek
waar ik met je vader getrouwd ben.
:26:57
Je houdt van het water.
Het zal er prachtig zijn in mei.
:27:01
Heb je me niet gehoord?
:27:04
Hoe heet je?
:27:08
Waar is je moeder?
:27:12
Waar woon je?
Dan brengen we je thuis.
:27:15
Dan kan niet.
:27:17
Waarom niet?
:27:19
Ik moet Anna vertellen
dat ik niet haar man ben.
:27:23
Ik dacht dat ik Sean was...
:27:25
...maar ik heb ontdekt dat hij
verliefd was op een andere vrouw.
:27:28
Dus ik kan hem niet zijn.
:27:30
Want ik hou van Anna.
:27:32
Serieus.
:27:37
Centrale, we hebben een jongen,
blank, ongeveer negen jaar.
:27:41
Blauwe jas, zwarte shirt, grijze broek.
:27:45
We nemen hem mee terug.
:27:47
Kom terug!