Cellular
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:27:00
Hee er is een rij.
Het spijt me.

:27:02
ik moet een oplader.
Meneer op uw beurt wachten.

:27:08
En er is een Cheetah spot, als u dat leuk vind.
Wat leuk.

:27:11
Pardon, maaar euh.
Meneer ik help een klant.

:27:14
Als u een nummertje trekt
word u zo geholpen.

:27:17
Verder hebben we deze hier.
:27:19
Hee ik krijg een noodoproep,
maar de batterij is bijna leeg.

:27:23
Heb je een lader? Jazeker, trek een
nummertje dan word u zo geholpen.

:27:27
Als u aan de beurt bent.
Nee, nee mijn baterrij is leeg.

:27:31
Pardon mevrouw, ik heb noodoproep
Het spijt me schat, pauze.

:27:34
Trek een nummertje.
Nee ik wil geen nummertje.

:27:38
Dit is belachelijk.
:27:47
Val dood.
:28:06
En geef mij nu die oplader!
:28:12
Hier, hier is uw oplader.
Dank je.

:28:17
Hee Jack.
Dag Bob.

:28:19
Ik stuurde een jongen naar jullie.
:28:22
Hij had een telefoon, met een vrouw
aan de lijn.

:28:25
Een gijzeling of zo, Doe je er nog wat mee?
:28:27
Nee ik had een pers conferentie over die
gangster moorden.

:28:29
Maar ik vraag wel even. Wil je?
Ja hoor. Dank je.

:28:33
He Bob, ik heb even nagedacht.
Jullie doen het goed met dat schoonheids produkt.

:28:41
Het is een dag créme.
:28:56
Verdomme.

vorige.
volgende.