:33:28
Hé. Ik zit in de taxi.
:33:34
Hier in het steegje.
:33:54
Ja, jullie daar. Ik zit in de taxi.
Ik zit vast.
:33:59
Dank je. Luister, ik moet hier
uit zien te komen.
:34:05
Wat is er aan de hand?
- Iemand heeft me vastgebonden.
:34:08
Hij is in dat gebouw rare dingen
aan het doen. Ik moet eruit.
:34:12
Je zit helemaal vastgebonden.
:34:13
Ja, ik zit vast. Haal me er uit
zodat ik de politie kan bellen.
:34:16
Geef me je portemonnee.
- Maak je een geintje?
:34:18
Lijkt het daar op dan?
:34:22
Zie je niet dat mijn handen
aan het stuur zijn vastgebonden?
:34:25
Het interesseert me geen moer
waar je aan vast zit. Ik mol je.
:34:29
Niet schieten.
- Verpest het dan niet.
:34:35
Wat heb je hier nog meer liggen?
Jackpot.
:34:50
Hé, makker?
:34:55
Is dat mijn koffer?
- Jouw koffer. Ja.
:34:58
Hoezo? Wil je hem terug?
We willen jouw portemonnee.