1:26:00
Fanning, die agent.
1:26:04
Waarom heb je hem gedood?
1:26:05
Hij heeft waarschijnlijk een gezin,...
1:26:07
kinderen die zonder
hem moeten opgroeien.
1:26:09
Hij geloofde me.
- Moest ik hem sparen...
1:26:13
omdat hij je geloofde?
- Nee, dat is het niet.
1:26:14
Dat is het wel.
- Dan wel. Wat is daar mis mee?
1:26:17
Dat is wat ik doe.
- Leuke baan.
1:26:19
Ga naar centrum.
- Wat is daar?
1:26:22
Hoe is het nou? Kun je rekenen?
1:26:24
Ik moet er vijf doen.
Ik ben bij nummer vier.
1:26:28
Waarom heb je mij niet gedood en
een andere chauffeur gezocht?
1:26:31
Omdat je een goeie bent.
We zitten in hetzelfde schuitje.
1:26:34
Ons lot is verstrengeld geraakt.
Kosmisch toeval.
1:26:37
Wat een onzin.
- Onzin? Dat moet jij nodig zeggen.
1:26:40
Jij hebt jezelf wijsgemaakt dat ik
alleen het vuilnis buiten zet.
1:26:43
Dat heb jij gezegd.
- En dat geloofde jij?
1:26:48
Wat hebben ze dan gedaan?
1:26:50
Hoe moet ik dat weten?
1:26:53
Volgens mij, getuiges in een
belangrijke zaak die...
1:26:58
niet gehoord mogen worden.
1:27:02
Dus dat is de reden?
1:27:04
Dat is het waarom. Er is geen
reden. Er is geen goede of...
1:27:07
slechte reden om te leven
of te sterven.
1:27:10
Wat ben jij dan?
- Onverschillig.
1:27:16
Miljoenen sterrenstelsels met
evenzoveel sterren...
1:27:19
met één klein vlekje daar
tussen, dat zijn wij.
1:27:24
Verloren in het oneindige.
Een agent. Jij. Ik. Wie let er op?
1:27:39
Wat mankeer jij?
- Wat bedoel je?
1:27:44
Dat als iemand een pistool tegen je
hoofd zet dan moet je me vertellen...
1:27:47
wat er aan de hand is met die
persoon hier, of anders dood ik je.
1:27:52
Wat beweegt zo'n iemand?
Waar denkt hij aan.
1:27:56
Je zou het niet kunnen doen.
Omdat jij... omdat...
1:27:59
Ze zullen je moeten doden omdat
jij niet weet wat een ander denkt.