Comme une image
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:18:04
Mijn vriendje komt eraan.
We gaan naar een film.

:18:08
Ik snap het. Ik ga wel.
:18:09
Nee, blijf maar.
:18:14
Ben je een actrice?
:18:15
Dat is een groot woord.
:18:18
Ik heb wat theater gedaan,
wat stemtraining.

:18:25
En jij.
- Journalist. Nou, ik ben net afgestudeerd.

:18:35
Laten we gaan. Het is tijd.
:18:40
Kom je?
- Nee...

:18:44
Kom mee als je het wilt.
:18:45
Dat feestje gisteren heb ik gemist.
Ben je er?

:18:59
Pardon.
:19:01
We hebben nog geen volgende afspraak.
:19:03
Wat?
- Volgende dinsdag. De groep.

:19:05
Nee, ik kan dinsdag niet.
:19:08
En we moeten er eens over praten.
Niet nu want ik ben gehaast.

:19:12
Maar we moeten erover praten.
:19:18
Zo erg is het nou ook weer niet.
Maak er geen drama van.

:19:23
Je bent nu eenmaal geen model.
Accepteer jezelf.

:19:29
Ga eens staan.
:19:34
Iets achteruit.
:19:37
Trek het jasje uit, zodat ik kan kijken.

vorige.
volgende.