:39:01
Ik ben in het hotel.
:39:05
Zo gauw als ik kan.
:39:08
Ik heb 'm nog niet gesproken.
:39:12
Omdat ik dat weet.
Ik weet 't gewoon.
:39:16
Omdat hij verzamelaar is.
:39:21
Hij moet het land uit.
Dat is zo'n fiscale regel.
:39:28
Ik hou van je.
:39:33
Doet je telefoon het nu wel?
:39:40
Wat doe jij in zo'n net hotel?
- Ik wil iets verkopen.
:39:46
Lieg niet.
:39:49
Verkoop je iets op het toilet?
:39:54
Wie ben jij? Hoor je bij hem?
Hoort hij bij jou?
:39:58
Kom hier.
:40:02
Wat voeren jullie in je schild?
:40:06
Dit is een zaak van de politie.
:40:11
Deze heren zijn hier
omdat ik ze heb gebeld.
:40:15
Wie bent u?
- Ik ben William Hannigan.
:40:18
Ik ben gast in dit hotel.
- Heeft u ze gebeld?
:40:22
Ja, dus doe dat pistool weg...
:40:25
...dan kunnen we deze zaak misschien
op 'n andere manier oplossen.
:40:30
Dat kan vast wel.
U hoort nog van me.
:40:34
Meekomen.
:40:36
Jullie blijven hier.
:40:43
Wat deed je nou?
- Het moest toch echt lijken?
:40:46
Lijken, ja.
:40:49
Accepteer gewoon wat hij je biedt.
:40:52
En mijn aandeel?
- Dat krijg je.
:40:55
Nu meteen, ja.