King Arthur
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:50:24
Zijn arm is gebroken.
:50:27
En zijn familie?
:50:28
Ze is een rebel.
:50:36
Ik ben een Romeinse officier.
:50:39
Je bent veilig nu.
:50:42
Veilig.
:50:43
Stop met wat je aan het doen bent.
:50:46
Wat is dit voor gekte?
:50:48
Dit zijn allemaal ontrouwelingen.
:50:49
Zoals wij.
:50:50
Zij weigerden hun taak te doen.
God heeft over hun lot beschikt.

:50:53
Zij moeten sterven als voorbeeld.
:50:55
Je bedoelt omdat ze weigerden
je bevelen op te volgen.

:50:59
Jij bent een Romein.
:51:01
Jij moet dit begrijpen.
:51:02
En je bent een Christen.
:51:04
Jij.
:51:05
Je hebt hen in leven gelaten.
:51:15
Als je bij de muur aankomt...
:51:17
zul je hiervoor gestraft worden.
:51:20
Misschien moet ik je nu doden.
:51:23
Ik was bereid met hen te sterven.
:51:27
Om hun te leiden naar de juiste plaats.
:51:30
Het is Gods wil dat deze zondaren
opgeofferd worden.

:51:34
Alleen dan kunnen hun zielen
gered worden.

:51:37
Dan zal ik zijn wens inwilligen.
:51:41
Stop ze terug.
:51:45
Ik zei, stop ze terug.
:51:46
Zie je dan niet dat het de wil van God
is, dat deze zondaren worden geofferd.

:51:52
Vooruit, terug naar binnen.

vorige.
volgende.