:35:12
Bedankt.
:35:15
Pak aan.
- Bedankt.
:35:19
Van al dat varen krijg je honger.
:35:23
Jij hebt enkel gezeten.
:35:25
Ik heb mijn gewicht de hele tijd verdeeld
om ons recht te houden.
:35:28
Ja, je hebt echt hard gewerkt.
- Alsof jij iets gedaan hebt.
:35:40
Heb je deze zelf gemaakt?
:35:43
Dat recept moet je me eens geven.
:35:51
Het is pindakaas met gelei.
:36:05
Er gaat niets boven plassen in de rivier.
:36:09
Behalve een lekkere vrijpartij met een
dom, lelijk, achterlijk, zielig ding.
:36:13
Daar moeten we het even over hebben.
- Ja?
:36:17
Wat valt er te bespreken?
:36:20
Ik wil het afblazen.
- Dat is niet grappig.
:36:24
Ik meen het.
- Wacht eens even.
:36:28
Eerst stook je me op. Je laat me
mijn moeders auto stelen.
:36:33
Je brengt me hierheen op een zaterdag
terwijl ik thuis voor de tv kon zitten.
:36:37
Marty, kom op.
- Dan laat je me
:36:39
met die boot de hele rivier afvaren,
met een bende dwergen
:36:42
die nuchter zijn en me deprimeren.
:36:47
En jij gaat me nu zeggen dat we niet
gaan doen, waarvoor we kwamen?
:36:51
Ik wist niet dat hij zo leuk zou zijn.
- Open je ogen. Hij is niet leuk.
:36:55
Het is een verwende en stomme etter
die je broer heeft afgetuigd.
:36:59
Misschien vind ik het nu sneu voor hem.
- Er zijn twee mogelijkheden.