:52:01
Zie je het beeld?
:52:02
Ik wil dat je je concentreert.
- Ik heb het beeld.
:52:13
Dit is bizar.
:52:17
Eens zien.
:52:22
Het is sterk vanavond.
:52:26
Het is een vrouw.
- Juist.
:52:28
Ja, het is een vrouw.
:52:31
Ze heeft donker haar.
:52:35
Ze woont in een huis op een heuvel.
:52:41
Ze heeft een kind.
Nee. Twee kinderen.
:52:46
Een tweeling.
Haar naam begint met een 'm'.
:52:50
Zoals M...
:52:53
Missy? Heet ze Missy?
:52:56
Hoe weet je dat?
- Ik zei het je, Louise.
:52:58
Ik weet alles over je.
:53:04
Ik maak maar een grapje.
:53:07
Ik sprak Missy gisteren aan de telefoon.
:53:09
Je sprak met Missy?
- Ja.
:53:11
Ik kwam juist uit de badkamer.
Ik was kletsnat.
:53:14
Ik hoopte dat jij het was.
:53:18
Ze zei me dat ze je beste vriendin is.
Klopt dat?
:53:22
Dat klopt.
:53:24
Wat zei ze nog meer?
:53:27
Ze vertelde me...
:53:30
Ik weet het niet.
Ze vertelde me over Marcos.
:53:34
En de tweeling.
:53:44
Laten we naar huis gaan.