Rosenstrasse
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:41:00
ik weet niet aan wie ik behoor
:41:05
ik kan toch niet leven
voor èèn man alleen

:41:13
zweer ik jou nu trouw
voor het leven

:41:19
dan zal een ander
heel ongelukkig zijn

:41:24
moet zoiets moois
dan slechts èèn man toekomen

:41:30
de zon en de sterren
behoren toch ook iedereen toe

:41:39
Uw zus heeft net als alle begaafde
kunstenaars een veel te dunne huid.

:41:43
Ja, ze heeft veel talent.
:41:47
Begaafd en buitengewoon mooi.
Is haar man aan 't front?

:41:52
Ze is niet getrouwd.
- Niet?

:41:55
Dan heeftze èèn zorg minder.
:41:58
Het is zwaar voor de vrouwen
van wie de mannen zo ver weg zijn.

:42:09
M'n zus voelt erg mee met
die vrouwen en bewondert hun trouw.

:42:13
Ja, trouw is 'n Duitse deugd.
:42:17
Ik ben het met u eens.
Juist daarover wil ik met u praten.

:42:21
Kan ik u even spreken?
:42:24
Ik luister liever naar uw zuster.
- Ik zal kort zijn.

:42:31
Weet u dat er in de Rosenstrasse
arische vrouwen samenkomen?

:42:35
Hoogst onaangenaam. Ik zal
die zaak uit de wereld helpen.

:42:39
Praat erover met m'n adjudant.
:42:46
Wilt u de situatie
nog eens uiteenzetten?

:42:50
Zweer ik jou nu trouw voor het leven
:42:54
dan zal een ander heel ongelukkig zijn

vorige.
volgende.