:52:00
Ze was drie jaar bij u
voor ze naar Amerika moest.
:52:35
Die gooide ze voor m'n voeten
toen ze wegging.
:52:40
Ze had twee moeders verloren.
Begreep u dat niet?
:52:44
Ik had geen keus. 't Was haar moeders
zuster. Ik moest haar laten gaan.
:52:52
Het deed zo pijn
toen ik haar verloor.
:52:59
Het deed de kleine Ruth
ook veel pijn.
:53:13
Geef haar de ring terug.
:53:15
Zeg haar dat hij weer de kracht
heeft om wensen te vervullen.
:53:20
Ik had zo gehoopt
haar nog eens te zien.
:53:23
Ik ben blij dat jij gekomen bent.
:53:28
Hannah. Ze wilde altijd
zo graag Hannah heten.
:53:43
Waarom hebt u 'thaar niet gezegd?
:53:46
Waarom zei u haar niet hoe
verdrietig u was toen ze wegging?
:53:52
U had 't moeten zeggen.
- Ze had al genoeg zorgen.