:52:01
Dat was sportief van hem.
- Daar is hij goed in.
:52:05
Hij is erg attent.
- Geweldig.
:52:09
Hoe gaat het met je?
:52:12
Sinds de laatste keer?
Ik weet het niet.
:52:14
Kan beter, kan slechter.
:52:18
Wat is er met je boek gebeurd?
- Overal geweigerd.
:52:22
Buitenspel.
- Wat vreselijk.
:52:27
Wat ga je nu doen?
:52:30
Terug naar af, denk ik.
Of niet.
:52:33
Ik weet het niet.
:52:36
Hoe dan ook, jij bent getrouwd.
:52:39
Proficiat. Je ziet er gelukkig uit.
:52:42
Dat ben ik ook.
- Mooi.
:52:45
Het lijkt alsof iedereen trouwt.
:52:47
Vorig jaar waren het scheidingen,
dit jaar trouwerijen.
:52:51
Cyclisch denk ik.
:53:00
Zullen we naar de receptie gaan?
:53:03
Glaasje champagne, toost op het bruidspaar.
:53:06
Ik niet. Ik drink niet.
:53:08
Ben je echt gestopt met drinken?
:53:12
Ik ben zwanger.
:53:16
Vandaar.
:53:20
Leuk.
:53:24
Nogmaals proficiat.
:53:27
Dat is geweldig nieuws.
:53:32
Zie ik je daar?
- Ja.