Spartan
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:28:06
Ik heb het koud.
1:28:09
Het komt wel goed, liefje.
1:28:11
Je gaat een stukje vliegen.
1:28:15
Je gaat met me mee.
- Nee, ik moet je inpakken.

1:28:20
Wil je een sigaret?
1:28:21
Heb je er één?
- Volgens mij wel.

1:28:26
Ga zitten.
1:28:29
Je zei dat ze hun luchtruim
niet konden schenden.

1:28:31
Wat?
- Ze konden hun luchtruim niet schenden.

1:28:36
Inderdaad.
Ze konden hun luchtruim niet schenden.

1:28:42
Daarom moest je alleen komen.
- Daarom moest ik alleen komen.

1:28:53
Maar ik zal je iets vertellen...
1:28:56
als het vliegtuig landt...
1:28:58
zit je midden in een afdeling
van United States Marines.

1:29:02
En allemaal sloven ze zich uit
voor jouw aandacht.

1:29:08
Kan het nog beter?
1:29:11
Heb je een kam?
1:29:14
Ik denk niet dat ik er ooit een gedragen heb.
1:29:22
Bedankt.
1:29:24
Waarom?
1:29:26
Dat je voor mij bent gekomen.
1:29:31
Ach ja.
1:29:45
Wat is dat?
1:29:47
Ik geloof dat het appelzaad is.
1:29:51
Johnny Appelzaad.
- Ja dat ben ik. In eigenste persoon.


vorige.
volgende.