:45:01
Weet je wat ik denk?
- Wat?
:45:03
Ik denk dat je helemaal niet van plan
was om van deze berg af te gaan.
:45:07
Ik denk dat je ons naar hier hebt gebracht
omdat je wist dat we niet zouden gaan.
:45:11
Ik denk dat je op wilde scheppen.
Dat is wat ik denk.
:45:15
Wacht. Jij vindt mij een lafaard?
:45:16
Ik een lafaard?
:45:18
Laat me je iets vertellen.
:45:22
Vind je mij een lafaard?
Ik zal eens laten zien wie de lafaard is.
:45:25
Zie je dit?
Ik ben er klaar voor.
:45:26
Waar ben je?
Ik zie je nergens. Lafaard.
:45:29
Oké.
Kom op, we gaan.
:45:31
Kom je zitten?
- Ja.
:45:32
Nee.
- Kom op, duw af.
:46:09
Mijn God.
:46:13
Ik zei toch dat je pret met me zou hebben.
:46:29
Sorry.
- Het is niks.
:46:37
Alsjeblieft.
- Dank je.
:46:42
Het is mijn schuld dat je ziek werd.
- Het is jouw schuld niet.
:46:45
We hadden ook ziek kunnen worden
zonder dat we gaan sleeën waren.
:46:49
Naar huis wandelen in natte kleren
heeft er wel geen goed aan gedaan.
:46:51
Wil je wat tv kijken?
- Ja.