Taxi
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:50:06
Ze zijn niet ver. lk voel het.
:50:10
Ze moeten hier ergens zijn.
:50:15
Geen beweging.
:50:23
Hou op, ik ben de gijzelaar.
:50:32
Maar hoe...
:50:35
Hoe? Een rode Mercedes die verdwijnt,
dat kan zelfs Copperfield niet.

:50:46
Uw papieren, alstublieft.
:50:49
Wat is er aan de hand, agent?
:50:51
Duitsers?
-Ja, hoezo? ls dit al de grens?

:50:56
Duitsers in 'n niet-rode Mercedes.
-lk kom.

:51:02
Jullie zijn Duitsers?
-ls daar iets mis mee?

:51:05
Nee, het interesseert me.
Doe de kofferbak open.

:51:09
Wat doet u hier?
-Marken uitgeven...

:51:12
...maar dat kan ook in een ander land.
-Nee, 't kan beter hier blijven.

:51:25
Nou, aufwiedersehen
en veel plezier hier.

:51:34
lk snap het niet.
lk ben vast een detail vergeten.

:51:37
Ziet u? Hij is vast
de fluitketel vergeten.

:51:41
Denkt u? Zo is hij helemaal niet.
:51:46
Het is acht uur.
:51:48
Het antwoordapparaat en de wekker
staan aan. We hebben tien uur.

:51:53
Dat wordt krapjes. Dan moeten we
de boel aan 't eind maar forceren.


vorige.
volgende.