:34:00
Dan breng je de banden naar de klant,
wanneer het hem uitkomt.
:34:03
Je bent een bezorgdienst.
:34:05
Dat is nog maar het begin,
want ik zou de band brengen...
:34:08
en hem verwisselen, ik verwissel
uw band terwijl u uw gras maait.
:34:13
Of iets anders dat u wilt doen.
:34:15
Dan zouden we de bus fel rood spuiten,
want dat geeft het bedrijf...
:34:19
z'n eigen individuele karakter en het
blijft je bij. Een soort handelsmerk.
:34:23
En de bus heb je al?
:34:25
Een vriend, mijn partner, Bonny,
heeft de bus en het gereedschap.
:34:29
En ik heb management ervaring.
:34:31
En dat heb je ook?
:34:33
Dat heb ik inderdaad, meneer.
:34:35
Hier staat dat je momenteel werkt
als verkoper van kantoormeubelen?
:34:40
Dat klopt. Maar ik ben
klaar om verder te gaan.
:34:44
En voordat je kantoormeubelen verkocht,
werkte je als bandenverkoper met je vader?
:34:49
Julius Bicke, dat is mijn broer.
:34:52
Broer. Oké, en waarom ben
je daar mee gestopt?
:34:58
Hij verwachtte dat ik zou liegen.
:35:02
Ik geloof niet dat iemand zou moeten
liegen om zijn brood te verdienen.
:35:09
Oké.
:35:10
Keer op keer vertelde hij me...
:35:14
dat 15% het laagste is.
:35:16
'Verkopen beneden 15% en we
verliezen geld'. Dat is een leugen.
:35:20
In de bandenindustrie,
is de winstmarge altijd minimaal 30%.
:35:24
Dus 30 is het laagste.
:35:28
Wat iemand tegen een klant moet zeggen...
Laat het me u tonen.
:35:34
Goedemorgen, Mr Ford.
:35:36
Ik denk dat ik het wel begrijp, Mr Bicke...
:35:38
Laat het me u tonen.
:35:41
Goedemorgen. Sam Bicke.
U bent hier om banden te kopen.
:35:45
Ja.
:35:48
Laten we spijkers met koppen slaan.
Dit is de deal.
:35:50
De winstmarge op al mijn banden is 30%.
:35:54
Ik zal u de bedrijfsrekening laten zien
om het u te bewijzen.
:35:57
Dat doe ik voor u, Mr Ford.
Hier komt mijn beste voorstel.