1:32:02
Jullie zijn beter af nu.
1:32:06
Ik weet dat het moeilijk is,
maar je mag niet opgeven.
1:32:09
Ik kan me niet eens van kant maken.
- Zeg zoiets niet.
1:32:24
Ik moet je eruit halen.
Het bezoekuur is bijna voorbij.
1:32:31
Is mam weer overgeplaatst?
1:32:34
Waar heb je het over?
Ze is hier al de hele tijd.
1:32:44
Dag jongen. Brave jongen.
1:32:52
Longkanker?
1:32:55
Je werd een kettingroker
nadat ik mezelf had opgeblazen.
1:32:57
Hij doet een beetje vreemd
de laatste tijd.
1:33:01
Mam, het komt goed.
Ik kan het veranderen.
1:33:05
Ik ga naar de kapel.
1:33:09
Je doet precies als je vader.
1:33:17
Ik krijg je hieruit, goed?
1:33:21
Je zult geen pijn meer hebben.
Ik regel het.
1:33:33
Weet je zeker dat je het hebt ingepakt?
- Dat heeft m'n moeder gedaan.
1:33:36
Ik denk dat ze blij is dat ik thuis ben.
1:33:38
Is dit het?
1:33:40
Waar is het voor?
Ik begrijp je niet meer.
1:33:42
Dat zie je zo.
1:33:47
Ik wil je je nog één ding vragen.
- Wat?
1:33:49
Je moet heel stil zijn, ik moet me
concentreren om het dynamiet te vernietigen.
1:33:54
Het dynamiet?
1:33:56
Als ik mezelf niet opgeblazen had,
was mijn moeder nooit begonnen met roken.