:34:02
Toen Hitler in 1933 aan de macht kwam...
:34:05
was zijn doel het ontmantelen en
vernietigen van de Joodse gemeenschap.
:34:08
Zo'n omvattende onderneming had
de hulp van een computer nodig.
:34:14
Maar in 1933 was er
helemaal nog geen computer.
:34:16
Wat er wél was: het
ponskaartensysteem van IBM...
:34:20
...dat informatie controleerde en
opsloeg via ingedrukte gaatjes...
:34:25
...in kolommen en rijen.
:34:28
Er was natuurlijk geen
kant-en-klare software zoals vandaag.
:34:32
Elke applicatie was op maat gemaakt, en
ingenieurs moesten 'm persoonlijk configureren.
:34:39
Miljoenen mensen van alle
religies en nationaliteiten...
:34:44
...en karakteristieken gingen
door het concentratiekampsysteem.
:34:48
Dat is een buitengewoon verkeersmanagement
programma, dat een IBM-systeem vereiste...
:34:54
...in elke spoorwegrichting, en een
IBM-systeem in elk concentratiekamp.
:35:07
Dit is een typische gevangenenkaart.
:35:10
Er zijn kleine hokjes waar
al de informatie ingedrukt is.
:35:13
We vergelijken deze informatie met
deze codelijst voor concentratiekampen.
:35:17
Hier zie je dat Auschwitz '1'
is, Buchenwald '2', en Dachau '3'.
:35:22
En wat voor gevangen waren het?
:35:24
Het konden Jehova's getuigen zijn, met '2',
homosexuelen met '3', communisten met '6'...
:35:30
...of een Jood, '8'.
:35:32
En wat was hun status?
:35:33
'1' stond voor 'vrijgelaten',
'2' voor 'overgeplaatst'...
:35:37
'4' voor geëxecuteerd,
'5' voor zelfmoord...
:35:41
...en '6'. Code Zes.
Sonderbehandlung: Speciale behandeling.
:35:47
Dat betekende de gaskamer
of soms een kogel.
:35:51
Ze drukten het nummer in,
het werd in tabellen gezet...
:35:54
...en de machines werden ingesteld.
:35:56
En de ponskaarten moesten natuurlijk
met miljoenen worden geprint.