1:27:04
Hebben we de foto?
- Welke foto?
1:27:07
Voeten.
- De foto. Nee, die is nog niet klaar.
1:27:12
Dat is niet leuk.
Mijn hechtingen zijn klaar.
1:27:15
Mijn snijwonden zijn allemaal in orde.
1:27:18
Je hebt gelijk.
Laten we naar de winkel gaan...
1:27:21
en zeggen dat we onze
foto willen. Goed idee.
1:27:33
Ted Cole?
1:27:36
Ja, ik ben Ted Cole.
Goedemorgen, Mendelssohn.
1:27:39
Je bent echt Ted Cole.
- Sorry dat ik bloed.
1:27:43
Doe niet zo gek.
Dat maakt niks uit.
1:27:46
Kun jij...
- Geef meneer Cole een stoel.
1:27:49
Kun je niet zien dat hij bloedt?
1:27:52
Als er hier geen manager is,
moet er iemand anders zijn.
1:27:55
Er moet iemand anders zijn, naast jou,
en ik ga niet weg zonder die foto.
1:28:02
Ben je boos op haar?
- Ja.
1:28:08
Ik heb vervoer naar huis nodig.
- Vervoer? Natuurlijk.
1:28:13
Ik breng je zelf wel even.
1:28:17
Ik moet alleen even mijn vrouw bellen.
1:28:20
Ze is vast winkelen, maar niet lang.
1:28:24
Mijn auto staat in de winkel.
1:28:31
Ik ben op de fiets,
anders bracht ik je wel naar huis.
1:28:35
Wat jammer.
1:28:40
Je hebt hem gewaarschuwd,
walgelijke idioot.
1:28:44
Als je hem had vermoord, Ms. Vaughn,
had je de gevangenis in gemoeten.
1:28:49
Hier is je laatste salaris.
Je bent ontslagen.
1:28:54
Ik begrijp dat je boos bent.
Het spijt me echt.
1:28:59
Als mijn klanten boos zijn, vraag
ik ze hun klachten op te schrijven.