Troy
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:22:01
We moeten praten.
:22:06
Ik ga niet voor hem vechten.
:22:09
Ik vraag je niet voor hem te vechten.
:22:13
Ik vraag je te vechten voor de Grieken.
:22:15
Waarom? Zijn de Grieken het beu
om tegen elkaar te vechten?

:22:18
De Trojanen hebben mij nooit
kwaad gedaan.

:22:22
Ze hebben Griekenland beledigd.
- Ze hebben één Griek beledigd.

:22:25
Een man die zijn vrouw niet onder
controle had. Dat is mijn zaak niet.

:22:27
Jouw zaak is oorlog, mijn vriend.
- Is dat zo?

:22:31
Die man heeft geen eer.
- Laat Achilles vechten om de eer.

:22:34
Laat Agamemnon strijden om macht,
dan maken de goden uit wie ere toekomt.

:22:39
Voor de Grieken.
- Vergeet Agamemnon.

:22:42
Vecht voor mij.
:22:44
Mijn vrouw zal gerust zijn met jou
aan mijn zijde. Ikzelf ook.

:22:51
We sturen de grootste vloot ooit.
:22:54
Duizend schepen.
:22:56
Is prins Hector echt zo'n goede strijder
als wordt beweerd?

:22:59
De beste onder de Trojanen.
:23:02
Sommigen zeggen dat hij ook
beter is dan alle Grieken.

:23:06
Zelfs als je neef niet komt,
hoop ik dat jij toch meedoet, Patroclus.

:23:10
We kunnen jouw sterke arm gebruiken.
:23:13
Speel je spelletjes met mij,
maar niet met mijn neef.

:23:15
Jij hebt je zwaard,
ik heb mijn spelletjes.

:23:20
We spelen met het speelgoed
dat de goden ons gegeven hebben.

:23:23
We varen naar Troje over drie dagen.
:23:30
Deze oorlog zal nooit vergeten worden.
:23:32
Noch de helden die erin strijden.

vorige.
volgende.