:51:02
Dan moet je rustig aan doen.
:51:04
Ga je voor me zorgen dan?
- Ja.
:51:09
We moeten het Stan en Vera zeggen.
- Ja, we zeggen het hen.
:51:13
We zeggen het samen.
Volgende week gaan we er heen.
:51:18
Ik zal hem in de ochtend vragen.
:51:20
Krijg ik nu mijn wasmachine?
:51:56
Ik heb nieuws voor je.
:52:05
Raad maar: goed of slecht nieuws?
:52:07
Slecht nieuws.
- Fout, probeer nog eens.
:52:10
Goed nieuws dan.
:52:14
Wat is dat dan?
:52:21
Voor de dag ermee, ouwe.
:52:23
Mijn Ethel is verloofd sinds gistermiddag.
:52:27
Met Reg?
- Ik kon het niet geloven.
:52:28
Ik dacht dat ze elkaar jarenlang
het hof zouden maken.
:52:35
Gefeliciteerd. Je zult wel heel trots zijn.
:52:39
Je had Vera moeten zien.
Net een donderslag bij heldere hemel.
:52:45
Zondag moeten Joyce en jij komen.
:52:48
Dan drinken wij een biertje
en de dames een sherry.
:52:50
Dan drinken we op het stel
en ontmoet Reg de familie.
:52:52
Op zondag?
- Rond vier uur.
:52:54
Zeg je het tegen Joyce?
- Dat doe ik.